Een geloof verzegeld in bloed: Wat gebeurde er werkelijk met de apostelen?
Eeuwenlang hebben gelovigen met een gevoel van ontzag en verwondering naar het leven van de apostelen gekeken. Dit waren de mannen die met Jezus wandelden, die zijn leringen uit de eerste hand hoorden en die waren belast met het dragen van het licht van het Evangelie naar de uiteinden van de aarde. Hun reis eindigde niet met de Hemelvaart van Christus; In veel opzichten was het nog maar net begonnen. Een vraag die natuurlijk in het hart van een christen opkomt, is: "Wat is er met hen gebeurd? Hoe eindigden hun verhalen?” Dit is geen vraag die voortkomt uit morbide nieuwsgierigheid, maar uit een diep verlangen om de prijs van hun overtuiging te begrijpen. Als deze mannen, die Jezus het best kenden, bereid waren vervolging en dood onder ogen te zien, wat zegt dat dan over de waarheid die zij verkondigden?
De Bijbel zelf geeft ons slechts een paar definitieve antwoorden, maar het verhaal eindigt daar niet. Het niet aflatende getuigenis van de vroege doorgegeven door generaties van gelovigen, schetst een krachtig en vaak schrijnend beeld van offers. Deze verslagen, een mix van solide geschiedenis en heilige traditie, vertellen een enkel, verenigd verhaal: dat de apostelen zo overtuigd waren van de werkelijkheid van de opgestane Christus dat zij niet tot zwijgen gebracht wilden en konden worden, zelfs niet in het aangezicht van de dood.
Dit artikel zal het pad van de apostelen naar hun laatste dagen bewandelen. We zullen de duidelijke woorden van de Schrift onderzoeken, luisteren naar de blijvende echo's van de kerktraditie en het historische bewijs zorgvuldig afwegen. We zullen ook de standvastige leer van de katholieke kerk over hun getuigenis onderzoeken en nadenken over waarom hun ultieme offer een van de krachtigste en meest persoonlijke bewijzen van de opstanding voor gelovigen van vandaag blijft. Hun verhaal is niet alleen geschiedenis; Het is een bewijs van een geloof verzegeld in bloed en een liefde sterker dan de dood.
De namen van de apostelen: Een samenvatting van Schrift en Traditie
Alvorens in de gedetailleerde verslagen te duiken, geeft deze samenvatting een kort overzicht van wat de Schrift en de Kerktraditie ons vertellen over het uiteindelijke lot van de apostelen. Het benadrukt het cruciale onderscheid tussen wat in de Bijbel is opgetekend en wat door de herinnering aan de Kerk is doorgegeven.
| apostel | Traditionele wijze van overlijden | Primaire bron van rekening |
|---|---|---|
| James (zoon van Zebedeüs) | Onthoofd | Bijbel (Handelingen 12:2) |
| Judas Iskariot | Zelfmoord (hangen / vallen) | Bijbel (Matteüs 27:5; Handelingen 1:18) |
| Peter | Op zijn kop gekruisigd in Rome | Sterke Vroege Traditie (Clemens, Origenes, enz.) |
| Paul | Onthoofd in Rome | Sterke Vroege Traditie (Clemens, Tertullianus, enz.) |
| Andrew | Gekruisigd op een X-vormig kruis | Vroege Traditie (Apocriefe Handelingen, enz.) |
| Thomas | Geproduceerd in India | Sterke Vroege Traditie (Handelingen van Thomas, enz.) |
| John | Natuurlijke oorzaken (oude leeftijd) | Sterke Vroege Traditie (Irenaeus, Eusebius) |
| Filips | gekruisigd | Later / apocriefe traditie |
| Matthew | Gespeurd / gestoken | Later / Tegenstrijdige tradities |
| Bartholomeüs (natanaël) | Levend gevlamd en onthoofd | Later / apocriefe traditie |
| Jakobus (zoon van Alfeüs) | Stenig en geknuppeld tot de dood | Later / Tegenstrijdige tradities |
| Simon de Zeloot | Gekruisigd of doormidden gezaagd | Later / Tegenstrijdige tradities |
| Judas (Thaddeus) | Dood met pijlen of een bijl | Later / Tegenstrijdige tradities |
| Matthias | Stoned en onthoofd | Later / apocriefe traditie |
Welke doden van apostelen staan er eigenlijk in de Bijbel?
Wanneer we naar de pagina's van het Nieuwe Testament gaan om de laatste verhalen van zijn helden te vinden, vinden we een verrassende stilte. De heilige tekst is geen verzameling biografieën. Haar centrale karakter is Jezus Christus, haar centrale gebeurtenis is de Verrijzenis, en haar belangrijkste verhaal is de geboorte van de Kerk en de verspreiding van het Evangelie. Het lot van de apostelen wordt alleen genoemd wanneer ze dit grotere verhaal dienen. Deze zeer beknoptheid spreekt boekdelen; het suggereert dat het verhaal uiteindelijk niet over de boodschappers gaat, maar over de Boodschap die zij droegen. De kracht van de Kerk is niet geworteld in de levensverhalen van deze mensen, maar in de Christus die zij verkondigden.
Vanwege deze intense focus beschrijft de Bijbel de dood van slechts twee van de oorspronkelijke twaalf apostelen: Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en Judas Iskariot, de man die de Heer verraadde.
Wat doen we met de tegenstrijdige verslagen over de dood van Judas?
Het tragische einde van Judas Iskariot is de enige andere apostolische dood die in het Nieuwe Testament wordt beschreven. Maar de Schrift presenteert twee verslagen die op het eerste gezicht in conflict lijken te zijn.11
- Verslag van Matteüs: In Mattheüs 27:3-5 zien we een Judas die berouw heeft. Hij probeert de dertig zilverstukken terug te geven aan de hogepriesters en roept: “Ik heb gezondigd door onschuldig bloed te verraden.” Als ze hem minachtend afwijzen, gooit hij het geld in de tempel, “en hij ging heen en hing zichzelf op”.12
- De rekening van Luke: In Handelingen 1:18-19, wanneer Petrus de discipelen aanspreekt voordat hij een vervanger voor Judas kiest, beschrijft hij een ander tafereel. Hij zegt dat Judas met het geld dat hij voor zijn goddeloosheid ontving, “een veld verwierf; Toen hij halsoverkop viel, barstte hij in het midden open en al zijn ingewanden sprongen eruit.”14
Eeuwenlang hebben gelovigen en theologen begrepen dat dit niet noodzakelijk tegenstrijdigheden zijn, maar waarschijnlijk twee verschillende delen van dezelfde gruwelijke gebeurtenis. De meest voorkomende en logische verklaring is dat Judas zichzelf heeft opgehangen, zoals Matteüs vermeldt. Later, misschien nadat zijn lichaam was begonnen te ontbinden in de hitte, brak het touw of werd het afgebroken, waardoor zijn lichaam viel. De impact van de val zou dan resulteren in de gruwelijke scène die Lucas beschrijft in Handelingen.
Het is ook belangrijk om rekening te houden met het doel van elke auteur. Mattheüs richt zich op de persoonlijke tragedie en wroeging van Judas. Lucas, in het boek Handelingen, legt in de eerste plaats aan zijn publiek uit hoe het veld dat met het bloedgeld werd gekocht, bekend werd als Akeldama, het “bloedveld”. Hij richt zich daarom op de bloederige details die in Jeruzalem algemeen bekend zouden zijn geweest en die het veld zijn beruchte naam gaven13.
De ware les in de dood van Judas wordt niet gevonden in de precieze mechanica van zijn ondergang, maar in de spirituele tragedie die het vertegenwoordigt. Petrus en Judas hebben hun Heer verraden. Maar Petrus, toen hij zijn zonde besefte, "ging naar buiten en huilde bitter" (Lucas 22:62), een daad van bedroefd berouw die tot zijn herstel leidde. Judas, maar werd overweldigd door een wroeging die tot wanhoop kromde. Zijn einde dient als een plechtige en hartverscheurende waarschuwing over de vernietigende kracht van schuld wanneer deze wordt gescheiden van de hoop op Gods barmhartigheid en vergeving.13
Als het niet in de Bijbel staat, hoe weten we dan wat er met de andere apostelen is gebeurd?
Voor het lot van de andere tien oorspronkelijke apostelen, plus de apostel Paulus, moeten we verder kijken dan de bladzijden van de Schrift naar wat bekend staat als de kerktraditie. Dit is niet zomaar een gerucht of folklore. Het is de collectieve herinnering aan de verhalen en getuigenissen die werden bewaard en doorgegeven door de eerste generaties christenen die in de decennia en eeuwen onmiddellijk na de apostelen leefden.1 Deze verslagen komen voornamelijk tot ons via twee soorten bronnen.
Ten eerste zijn er de geschriften van de Vroege kerkvaders. Dit waren leiders en theologen zoals Clemens van Rome (die rond 96 na Christus schreef), Ignatius van Antiochië, Tertullianus en de grote historicus Eusebius van Caesarea (die in het begin van de 4e eeuw schreef). Deze mannen waren nauwgezet in het vastleggen van de overtuigingen en geschiedenissen van de gemeenschappen die ze leidden. Hun geschriften zijn onze vroegste en meest waardevolle, hoewel niet onfeilbare, vensters op wat de vroege Kerk geloofde over de laatste dagen van de apostelen.
De tweede zijn de Apocriefe handelingen. Dit zijn latere teksten, zoals de Handelingen van Petrus of de Handelingen van Thomas, geschreven in de tweede en derde eeuw. Deze boeken zijn gevuld met dramatische, legendarische en vaak fantastische verhalen over wonderen en missionaire reizen. De vroege Kerk accepteerde ze niet als geïnspireerde Schrift, maar ze zijn nog steeds waardevol omdat ze de tradities en diepe eerbied vastleggen die christelijke gemeenschappen koesterden voor hun stichtende apostelen.
Het is belangrijk om deze tradities met zowel geloof als zorg te benaderen. Voor sommige apostelen, zoals Petrus en Paulus, is de traditie van hun martelaarschap erg vroeg, sterk en consistent. Voor anderen zijn de verslagen later meer gefragmenteerd en soms tegenstrijdig.15 Maar als we door deze heilige verhalen lopen, vinden we een krachtig, verenigend thema: een bereidheid om iets te lijden ter wille van de verrezen Christus.
Zei Jezus dat Johannes nooit zou sterven?
Een veel voorkomend misverstand over de apostel Johannes komt voort uit een gesprek dat in zijn eigen evangelie is opgenomen. Nadat Jezus het martelaarschap van Petrus heeft voorspeld, draait Petrus zich om en vraagt naar Johannes: "Heer, hoe staat het met deze man?" antwoordt Jezus, "Als het mijn wil is dat hij blijft tot ik kom, wat is dat dan voor u? U volgt mij!" (Johannes 21:21-22).
Deze mysterieuze uitspraak leidde tot een gerucht dat zich verspreidde onder de vroege gelovigen. De Evangelieschrijver, maar corrigeert onmiddellijk het verslag: "Dus het gezegde verspreidde zich onder de broeders dat deze discipel niet zou sterven; Jezus zei hem echter niet dat hij niet zou sterven, maar: "Als het mijn wil is dat hij blijft tot Ik kom, wat is dat dan voor u?" (Johannes 21:23).44 De Bijbel zelf maakt daarom duidelijk dat Jezus Johannes geen eeuwig leven op aarde beloofde. Hij vertelde Petrus eenvoudig zich te concentreren op zijn eigen roeping en zich geen zorgen te maken over het specifieke pad dat God voor een ander had bestemd.
Hoe historisch betrouwbaar zijn deze verhalen?
Voor een gelovige die de basis van zijn geloof wil begrijpen, is de kwestie van historische betrouwbaarheid belangrijk. Het is cruciaal om deze verhalen met eerlijkheid en nuance te benaderen, in het besef dat het bewijs niet voor elke apostel hetzelfde is. We kunnen de rekeningen groeperen in lagen van historisch vertrouwen.16
- Hoog vertrouwen: Het martelaarschap van Jakobus, de zoon van Zebedeüs, Peter, en Paul Ze worden ondersteund door ons sterkste bewijs. De dood van Jakobus staat in het Nieuwe Testament zelf.45 Het martelaarschap van Petrus en Paulus in Rome wordt bevestigd door meerdere, onafhankelijke en zeer vroegchristelijke schrijvers, te beginnen met Clemens van Rome, die schreef terwijl de herinneringen nog vers waren.16 Het martelaarschap van Jakobus is een van de belangrijkste gebeurtenissen in de geschiedenis.
James, de "broeder van de Heer" De leider van Jeruzalem wordt niet alleen opgetekend door christelijke bronnen, maar ook door de Joodse historicus Flavius Josephus uit de eerste eeuw, wat het een uitzonderlijke geloofwaardigheid geeft.
- Gematigd vertrouwen: De tradities van van Thomas martelaarschap in India en Andrew's Ook het martelaarschap in Griekenland is sterk. Hoewel de teksten die de volledige verhalen bevatten gevuld zijn met legendarische details, is de kerntraditie van hun missies en sterfgevallen op deze locaties vroeg en consistent, waardoor het historisch waarschijnlijk is.
- Lager vertrouwen: Voor de overige apostelen - Filippus, Bartholomeüs, Matteüs, Jakobus de Mindere, Simon, Judas en Matthias - zijn de tradities veel minder zeker. De verslagen zijn vaak van eeuwen na hun dood, ze zijn soms tegenstrijdig, en ze zijn zwaar verfraaid met legende.1 We kunnen geloven dat ze waarschijnlijk stierven als martelaren, maar we kunnen niet zeker zijn over de specifieke historische details.
Maar wat het belangrijkste is, is de ene grote, verenigende historische waarheid die uit al deze verslagen naar voren komt. Hoewel de specifieke methodes over de dood kan worden gedebatteerd, wat onmiskenbaar is, is het universele Bereidheid om te lijden en te sterven voor hun geloof in de opgestane Christus. Zoals veel geleerden hebben opgemerkt, zijn er veel verhalen over hun dood, maar er zijn geen concurrerende verhalen dat een van hen ooit zijn geloof heeft herroepen, zelfs onder druk.16 Hun krachtige overtuiging is een historisch feit.
Wat is de leer van de katholieke kerk over de getuigen van de apostelen?
De Katholieke Kerk houdt het getuigenis van de apostelen, verzegeld door hun bloed, als een heilig en fundamenteel deel van het geloof. De leer van de Kerk is op dit punt duidelijk en consistent.
Het martelaarschap wordt gedefinieerd als het “hoogste getuigenis van de waarheid van het geloof: het betekent getuigen tot in de dood" (Catechismus van de Katholieke Kerk 2473).46 Het woord zelf
martelaar komt van het Griekse woord voor “getuige”. De apostelen, als de oorspronkelijke ooggetuigen van het leven en de opstanding van Christus, zijn daarom de eerste en grootste martelaren.48 Zij hebben niet alleen met hun woorden getuigd; Zij hebben hun hele leven getuigd.
Deze verhalen zijn een essentieel onderdeel van wat de Kerk de Apostolische Traditie noemt. Het katholieke geloof berust op twee pijlers: Heilige Schrift en Heilige Traditie. Deze traditie is het levende geloof van de apostelen dat door de eeuwen heen is doorgegeven aan hun opvolgers, de bisschoppen.50 De verslagen van de moed van de apostelen en hun laatste offer zijn een kostbare erfenis, een bewijs van de waarheid die zij moesten prediken.
Ten slotte legt de Kerk bijzondere nadruk op de martelaarschappen van de heiligen Petrus en Paulus in Rome. Ze worden vereerd als de “twee pijlers” of “prinsen van de apostelen” die de kerk in de hoofdstad van het rijk hebben gesticht met hun prediking en verzegeld met hun bloed.52 Hun gezamenlijke feestdag, het Hoogfeest van de Heiligen Petrus en Paulus op 29 juni, is een van de belangrijkste dagen in de liturgische kalender.52 Het bestaan zelf van de beroemdste kerken ter wereld – de Sint-Pietersbasiliek, gebouwd op de traditionele plaats van het graf van Petrus, en de Sint-Paulusbasiliek buiten de muren, gebouwd over zijn – zijn enorme, fysieke testamenten van het niet-aflatende geloof van de kerk in hun martelaarschap in Rome.22 Pausen door de geschiedenis heen, van de vroegste eeuwen tot moderne pausen zoals Benedictus XVI, hebben consequent de historische realiteit en spirituele betekenis van hun offer bevestigd.22
